Terug naar inhoud

Algemene fouten oplossen




Problemen oplossen

Probleem of symptoom

Mogelijke oplossing

De draadloze netwerkkaart kan geen verbinding maken met het toegangspunt.

Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld en of u over een profiel beschikt voor het draadloze netwerk. De beveiligingsinstellingen in het profiel moeten overeenkomen met de beveiligingsinstellingen van het toegangspunt.

Zorg ervoor dat 802.1x uitgeschakeld is op zowel het toegangspunt als de draadloze adapter.

De verbinding van de draadloze kaart gaat af en toe verloren.

  1. Kies een plek dichter bij het toegangspunt.

  2. Schakel het toegangspunt uit en vervolgens weer in.

  3. Werk de firmware van het toegangspunt bij vanaf de ondersteuningssite van de leverancier.

  4. Werk het stuurprogramma voor het draadloze LAN bij.

De draadloze verbinding is langzamer dan verwacht.

  1. Kies een plek dichter bij het toegangspunt.

  2. Schakel het toegangspunt uit en vervolgens weer in.

  3. Werk de firmware van het toegangspunt bij vanaf de ondersteuningssite van de leverancier.

  4. Werk het stuurprogramma voor het draadloze LAN bij.

De naam van het draadloze netwerk verschijnt niet in de lijst van beschikbare netwerken.

Controleer of het toegangspunt goed werkt.

Controleer de SSID (netwerknaam) van het draadloze netwerk en controleer of het toegangspunt is ingesteld op uitzenden van de SSID.

Voor XP-gebruikers: De computers lijken aangesloten te zijn op het netwerk, maar printers en/of shares verschijnen niet in Deze computer of in Mijn netwerklocaties.

Controleer of bestands- en printerdeling ingeschakeld is op alle computers in het netwerk.

  1. Klik op Start.

  2. Klik op Configuratiescherm.

  3. Klik op Klassieke weergave als die optie beschikbaar is in het deelvenster links.

  4. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.

  5. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding.

  6. Klik op Eigenschappen.

  7. Klik op de tab Algemeen.

  8. Controleer of onder Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig het item Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken is geselecteerd.

  9. Als de optie niet is ingeschakeld, klikt u erop om Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken te selecteren.

  10. Als dit item niet aanwezig is, voert u de volgende stappen uit:

  • Klik op Installeren.

  • Selecteer Service

  • Klik op Add.

  • Selecteer Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken.

  • Klik op OK

  1. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen draadloze netwerkverbinding te sluiten.

  2. Sluit Netwerkverbindingen.

Voor gebruikers van Windows Vista* en Windows* 7: De computers lijken aangesloten te zijn op het netwerk, maar printers en/of shares verschijnen niet in Deze computer.

Controleer of bestands- en printerdeling zijn ingeschakeld in het Netwerkcentrum.

  1. Klik op Start.

  2. Klik op Configuratiescherm.

  3. Klik op Netwerk en internet.

  4. Klik onder Netwerkcentrum op Netwerkcomputers en -apparaten weergeven.

  5. Als er geen resources worden weergegeven, is het mogelijk dat de detectie van netwerken en bestandsdeling uitgeschakeld zijn. Dit wordt aangegeven met een bericht bovenaan het venster: Netwerkdetectie en bestandsdeling zijn uitgeschakeld. Netwerkcomputers en -apparaten zijn niet zichtbaar. Klik om te wijzigen... Klik op dit bericht.

  6. Klik op Netwerkdetectie en bestandsdeling inschakelen. De instructies begeleiden u bij het proces.

De overdracht van gegevens gaat soms erg langzaam.

Magnetrons, sommige babyfoons, draadloze controllers en sommige draadloze telefoons werken met dezelfde radiofrequentie als de draadloze kaart. Als deze apparaten worden gebruikt, kunnen ze interfereren met het draadloze netwerk. Voor de beste prestaties zorgt u ervoor dat er een afstand van ten minste 6 meter is tussen draadloos verbonden computers en apparaten die werken met een frequentie van 2,4 GHz.

De overdracht van gegevens gaat altijd erg langzaam.

Sommige woningen en kantoorgebouwen hebben een stalen frame. Het staal in dergelijke gebouwen kan interfereren met de radiosignalen van het netwerk en een vertraging van de transmissiesnelheid veroorzaken. Probeer de computer te verplaatsen naar andere locaties in het gebouw om te zien of de prestaties daarmee verbeteren.

Computers communiceren niet met het netwerk.

Controleer of alle instellingen voor de eigenschappen van het draadloze netwerk juist zijn.

  • Zorg ervoor dat de computer een goed signaal ontvangt van het toegangspunt of de router.

  • Vraag de netwerkbeheerder die de draadloze kaart heeft geïnstalleerd in de draagbare computer of de kaart compatibel is met de IEEE 802.11 WLAN-standaard die wordt gebruikt in het netwerk.

  • Het is mogelijk dat u de firewall moet verwijderen om verbinding te kunnen maken.

  • Als in het netwerk toegangspunten of routers worden gebruikt, controleert u alle kabels en controleert u of het groene aan/uit-lampje op de voorkant van het toegangspunt of de router brandt.

Ik kan geen verbinding maken met een draadloos netwerk.

Radio is mogelijk uitgeschakeld. Zie Draadloze radio in- of uitschakelen voor meer informatie.

Ik word door de software van Intel® PROSet/Wireless WiFi om een sleutel gevraagd als ik probeer een verbinding te maken met een draadloos netwerk.

De beveiliging op het netwerk is uitgeschakeld. Zie Beveiliging - Overzicht voor meer informatie.

Er worden geen WiFi-netwerken weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken.

De computer bevindt zich buiten het bereik van het draadloze netwerk of er is geen WiFi-netwerk in het gebied.

Hoe kan ik een zwervende identiteit configureren voor meerdere gebruikers?

Zwervende identiteit configureren voor meerdere gebruikers:

Als u een profiel vóór aanmelding/gemeenschappelijk gebruikt waarvoor de zwervende identiteit wordt gebaseerd op de aanmeldingsreferenties voor Windows, dan kan de maker van het profiel voor de zwervende identiteit de waarden %gebruikersnaam% en %domein% gebruiken. Bij het tot stand brengen van de verbinding worden deze trefwoorden vervangen door de juiste aanmeldingsinformatie. Dat betekent een maximale flexibiliteit in de configuratie van de zwervende identiteit, terwijl meerdere gebruikers het profiel kunnen gebruiken.

Raadpleeg de handleiding bij de verificatieserver voor richtlijnen voor het samenstellen van een geschikte zwervende identiteit. Mogelijke indelingen zijn:

%domein%\%gebruikersnaam%
%gebruikersnaam%@%domein%
%gebruikersnaam%@%domein%.com
%gebruikersnaam%@mijnnetwerk.com

Als u het veld voor de zwervende identiteit leeg laat, wordt standaard %domein%\%gebruikersnaam% gebruikt.

Opmerking: Referenties: Deze gebruikersnaam en het domein moeten overeenkomen met de gebruikersnaam die door de beheerder op de verificatieserver is ingesteld voorafgaand aan de clientverificatie. De gebruikersnaam is hoofdlettergevoelig. Deze naam specificeert de identiteit die aan de verificator is doorgegeven door het verificatieprotocol met de TLS-tunnel. Wanneer een gecodeerd kanaal is geverifieerd en tot stand is gebracht, wordt de identiteit van de gebruiker veilig overgedragen naar de server.


Terug naar boven

Terug naar inhoud

Handelsmerken en disclaimers