Opmerking: In dit gedeelte worden profielen beschreven die zijn gemaakt met het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma. Als u Windows* XP gebruikt, geldt dat deze profielen niet worden gebruikt in Microsoft Windows* XP Wireless Zero Configuration.
Opmerking: In deze Help worden de termen "draadloos" en "WiFi" gebruikt. Die staan voor hetzelfde.
Een profiel is een opgeslagen groep netwerkinstellingen. Profielen worden weergegeven in de profiellijst. Profielen zijn met name handig wanneer u van het ene draadloze netwerk overschakelt naar een ander netwerk. Voor elk draadloos netwerk kan een profiel worden geconfigureerd. De profielinstellingen zijn de netwerknaam (SSID), de uitvoermodus en de beveiligingsinstellingen.
Voordat u verbinding maakt met een draadloos netwerk, maakt u een profiel.
De wizard WiFi-profiel maken begeleidt u bij het kiezen van de instellingen die nodig zijn voor de verbinding met het draadloze netwerk. Bij voltooiing wordt het profiel opgeslagen en toegevoegd aan de profiellijst. Aangezien de instellingen voor het draadloze netwerk zijn opgeslagen, wordt u de volgende keer dat u in het bereik van het netwerk bent, automatisch verbonden.
Er zijn twee soorten profielen om een verbinding te maken met een draadloos netwerk. Deze soorten zijn:
In de profiellijst worden de bestaande profielen weergegeven. Wanneer u in het bereik van een draadloos netwerk komt, zoekt het hulpprogramma WiFi-verbinding in de profiellijst naar een bijpassend profiel. Als dat wordt gevonden, wordt u automatisch verbonden met het netwerk.
De profielpictogrammen geven aan of de adapter gekoppeld is aan een netwerk, welke uitvoermodus wordt gebruikt en of codering ingeschakeld is. Deze pictogrammen worden naast de profielnaam in de lijst weergegeven.
Naam | Omschrijving | |
---|---|---|
De profielnaam is de naam die u aan het netwerk geeft. U kunt elke naam gebruiken die helpt om het netwerk te identificeren. Voorbeelden zijn: Mijn thuisnetwerk, Koffieshop op een straat. |
||
Netwerknaam |
Naam (SSID) van het draadloze netwerk of de andere computer. |
|
Verbindingspictogrammen: De verbindingspictogrammen geven aan wat de status is van de verbinding van de adapter met een draadloos netwerk, welke uitvoermodus wordt gebruikt en of het netwerk beveiligd is. |
||
Blauwe cirkel: De WiFi-adapter is gekoppeld aan een toegangspunt of computer (apparaat naar apparaat [ad-hoc] modus). Als de 802.1x-beveiliging in een profiel is ingeschakeld, wordt hiermee aangegeven dat de WiFi-adapter is gekoppeld en geverifieerd. |
||
Hiermee wordt de infrastructuurmodus aangegeven. |
||
Hiermee wordt de ad-hocmodus (apparaat naar apparaat) aangegeven. |
||
![]() |
Hiermee wordt een beheerderprofiel aangegeven. |
|
Voor het draadloze netwerk wordt codering gebruikt voor de beveiliging. |
||
![]() |
Geeft aan dat dit netwerk op de lijst van uitsluitingen staat. Er moet dus handmatig verbinding mee worden gemaakt, niet automatisch. Met een netwerk op de lijst van uitsluitingen kan de gebruiker alleen handmatig verbinding maken. | |
Pijlen |
Gebruik de pijlen om de volgorde van de profielen te wijzigen.
|
|
Verbinden |
Hiermee wordt een verbinding gemaakt met het draadloze netwerk met behulp van het geselecteerde profiel. |
|
Hiermee worden de Algemene instellingen van WiFi-profiel maken geopend, zodat u een nieuw profiel kunt maken. Zie Een nieuw profiel maken voor meer informatie. |
||
Hiermee kunt u een geselecteerd profiel verwijderen uit de profiellijst. Zie Een profiel verwijderen voor meer informatie. |
||
Hiermee kunt u de inhoud van een bestaand profiel bewerken. Als u een profiel wilt bewerken, kunt u ook in de profiellijst dubbelklikken op het profiel. Zie Een bestaand profiel bewerken voor meer informatie. |
||
Exporteren/importeren: Met deze functie kunt u gebruikersprofielen importeren in en exporteren uit de profiellijst. Profielen voor draadloze verbindingen kunt u automatisch importeren in de profiellijst. Zie Profielen exporteren of importeren voor meer informatie. |
||
Sluiten |
Hiermee sluit u het venster voor profielbeheer. |
|
Help? |
Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken. |
Wanneer u in het bereik van een draadloos netwerk met een bijpassend profiel komt, wordt u automatisch verbonden met dat netwerk. Als een netwerk met een profiel met een lagere prioriteit ook binnen uw bereik is, kunt u een verbinding met dat netwerk forceren. U doet dit vanuit het WiFi-verbinding hulpprogramma of met het pictogram op de taakbalk.
Handmatig verbinding maken met een profiel vanuit de Intel® PROSet/Wireless WiFi-software:
Handmatig verbinding maken via het pictogram op de taakbalk:
Selecteer een netwerk in de lijst WiFi-netwerken. Klik op Verbinden. De wizard WiFi-profiel maken begeleidt u bij de stappen die nodig zijn om een profiel te maken en verbinding met het netwerk te maken. Tijdens dit proces probeert WiFi-profiel maken de juiste beveiligingsinstellingen voor u te detecteren.
Ga als volgt te werk om een nieuw profiel te maken en een verbinding met een netwerk tot stand te brengen:
Ga als volgt te werk om een bestaand profiel te bewerken:
U verwijdert als volgt een profiel:
Als u nog altijd met het netwerk bent verbonden:
Opmerking: Als het profiel is beveiligd met een wachtwoord, kunt u de profielinstellingen niet verwijderen of wijzigen zonder eerst het wachtwoord op te geven. Als de beheerder en u het wachtwoord niet meer weten, is er geen proces waarmee het wachtwoord opnieuw kan worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om een wachtwoord in te stellen voor een bestaand profiel:
Met deze functie kunt u gebruikersprofielen importeren in en exporteren uit de profiellijst. Profielen voor draadloze verbindingen kunt u automatisch importeren in de profiellijst.
Een beheerder kan profielen zo instellen dat deze automatisch worden geïmporteerd in de profiellijst. Hiertoe controleert het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma de importmap op de harde schijf op nieuwe profielbestanden. Alleen profielen waarvoor Automatisch importeren inschakelen is geselecteerd op de pagina Geavanceerde instellingen, kunnen automatisch worden geïmporteerd. Als er al een profiel met dezelfde naam bestaat in de profiellijst, wordt u gevraagd te kiezen of u het geïmporteerde profiel aanvaardt of afwijst. Als u het accepteert, wordt het bestaande profiel vervangen. Alle geïmporteerde gebruikersprofielen worden onderaan in de profiellijst geplaatst.
Opmerking: Zie Beheerpakketten voor informatie over het exporteren van beheerderprofielen.
Ga als volgt te werk om een profiel handmatig te importeren:
U selecteert als volgt meerdere profielen:
U kunt gebruikersprofielen die zijn beveiligd met een wachtwoord, automatisch exporteren naar en importeren op systemen op afstand. Als een profiel is beveiligd met een wachtwoord, kan het alleen worden bewerkt, als het wachtwoord is opgegeven. Zie Een profielwachtwoord instellen voor meer informatie.