Terug naar inhoud

Verbinding maken



Verbinding maken met een WiFi-netwerk

U kunt op de volgende manieren verbinding maken met een WiFi-netwerk.


Voor het eerst verbinding maken

Het WiFi-verbinding hulpprogramma detecteert automatisch de WiFi-netwerken die zich binnen het bereik van de WiFi-adapter bevinden. Wanneer een netwerk wordt gevonden, wordt een waarschuwing weergegeven: WiFi-netwerken gevonden. Zie Taakbalkpictogrammen voor meer informatie.

draadloze netwerken gevonden

  1. Dubbelklik op de waarschuwing om het hoofdvenster van WiFi-verbinding hulpprogramma te openen.
  2. Selecteer een netwerk in de lijst WiFi-netwerken.

  3. netwerk selecteren
  4. Klik op Verbinden. Als er voor het netwerk geen verificatie vereist is, verschijnt de melding dat u verbonden bent met het netwerk. Zie Hoofdvenster en Taakbalk voor meer informatie over het menu en de pictogrammen op de taakbalk.
  5. Als in het netwerk de beveiliging is ingeschakeld, opent de wizard Profiel het venster WiFi-instellingen configureren. De wizard begeleidt u bij het maken van een WiFi-profiel voor dit netwerk. Wanneer het profiel is gemaakt, kunt u in de toekomst eenvoudiger verbinding maken met dit netwerk.
  6. U wordt gevraagd om een Profielnaam op te geven. De profielnaam is de naam die u aan het netwerk geeft. U kunt de bestaande profielnaam accepteren, indien van toepassing, of een naam invoeren. Voor de profielnaam mag u alles gebruiken dat u helpt dit netwerk te identificeren. Voorbeelden zijn: Mijn thuisnetwerk, Koffieshop op een straat.
  7. U wordt gevraagd om de naam van het WiFi-netwerk (SSID) op te geven: Hier wordt de netwerknaam weergegeven. Dit is een unieke identificatie die WiFi-netwerken van elkaar onderscheidt. Als al een naam is ingevoerd, kunt u die gebruiken.
  8. Klik op Volgende. Vervolgens detecteert de wizard Profiel de beveiligingsinstellingen van dit netwerk. Welke informatie u moet invoeren, is afhankelijk van deze beveiligingsinstellingen. Zie Beveiligingsinstellingen voor algemene informatie over beveiligingsinstellingen. Zie Netwerksleutels voor meer informatie over sleutels en wachtwoorden. Voor informatie over profielen raadpleegt u Profielen. Het is mogelijk dat u de netwerkbeheerder moet vragen om de informatie die u nodig hebt om u aan te melden bij dit netwerk.
  9. Wanneer u de vereiste informatie hebt ingevoerd, klikt u op OK om verbinding te maken met het draadloze netwerk.
Zie Hoofdvenster voor meer informatie.

Andere beheerprogramma's voor draadloze verbindingen

Als het WiFi-verbinding hulpprogramma vaststelt dat een andere toepassing probeert te communiceren met het draadloze apparaat, wordt u daarvan op de hoogte gesteld.

Microsoft Windows* gebruiken om WiFi te beheren

U kunt Windows* gebruiken voor het beheer van uw Wi-Fi*-verbindingen.

  1. Selecteer in het menu Geavanceerd van het hoofdvenster van het Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding hulpprogramma de optie Windows gebruiken om WiFi te beheren.
  2. Een venster met de volgende vraag verschijnt: Wilt u dat Windows uw WiFi-netwerkverbindingen beheert? Klik op Ja.
  3. Klik in het hoofdvenster van het hulpprogramma Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding op Netwerkeigenschappen openen.
  4. Klik nogmaals in het hoofdvenster en klik op Sluiten om het hulpprogramma Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding te sluiten.
  5. Gebruik het Netwerkcentrum van Windows om WiFi-verbindingen te beheren.

Als u de WiFi-verbindingen wilt beheren met het hulpprogramma Intel® PROSet/Wireless WiFi-verbinding, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van het hulpprogramma in het systeemvak en selecteert u WiFi-besturing inschakelen.


Software van derden

Als u gebruik maakt van software die is geleverd door een hotspot (bijvoorbeeld in een koffieshop of op een vliegveld), stelt het WiFi-verbinding hulpprogramma u hiervan op de hoogte alvorens zichzelf uit te schakelen. Intel(R) PROSet/Wireless kan het draadloze apparaat niet beheren wanneer een ander beheerprogramma ermee communiceert. Als u de voorzieningen van het WiFi-verbinding hulpprogramma wilt gebruiken, moet u deze software uitschakelen of verwijderen wanneer u de locatie met de hotspot verlaat.


Terug naar boven

Terug naar inhoud

Handelsmerken en disclaimers