Intel(R) Wireless Troubleshooter
Wireless Event Viewer
Handmatige diagnose
Fouten oplossen
Probleem of symptoom |
Mogelijke oplossing |
De draadloze netwerkkaart kan geen verbinding maken met het toegangspunt. |
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld en of u over een profiel beschikt voor het draadloze netwerk. De beveiligingsinstellingen in het profiel moeten overeenkomen met de beveiligingsinstellingen van het toegangspunt. Zorg ervoor dat 802.1x uitgeschakeld is op zowel het toegangspunt als de draadloze adapter. |
De verbinding van de draadloze kaart gaat af en toe verloren. |
|
De draadloze verbinding is langzamer dan verwacht. |
|
De naam van het draadloze netwerk verschijnt niet in de lijst van beschikbare netwerken. |
Controleer of het toegangspunt goed werkt. Controleer de SSID (netwerknaam) van het draadloze netwerk en controleer of het toegangspunt is ingesteld op uitzenden van de SSID. |
Voor XP-gebruikers: De computers lijken aangesloten te zijn op het netwerk, maar printers en/of shares verschijnen niet in Deze computer of in Mijn netwerklocaties. |
Controleer of bestands- en printerdeling ingeschakeld is op alle computers in het netwerk.
|
Voor Vista-gebruikers: De computers lijken aangesloten te zijn op het netwerk, maar printers en/of shares verschijnen niet in Deze computer. |
Controleer of bestands- en printerdeling zijn ingeschakeld in het Netwerkcentrum.
|
De overdracht van gegevens gaat soms erg langzaam. |
Magnetrons, sommige babyfoons, draadloze controllers en sommige draadloze telefoons werken met dezelfde radiofrequentie als de draadloze kaart. Als deze apparaten worden gebruikt, kunnen ze interfereren met het draadloze netwerk. Voor de beste prestaties zorgt u ervoor dat er een afstand van ten minste 6 meter is tussen draadloos verbonden computers en apparaten die werken met een frequentie van 2,4 GHz. |
De overdracht van gegevens gaat altijd erg langzaam. |
Sommige woningen en kantoorgebouwen hebben een stalen frame. Het staal in dergelijke gebouwen kan interfereren met de radiosignalen van het netwerk en een vertraging van de transmissiesnelheid veroorzaken. Probeer de computer te verplaatsen naar andere locaties in het gebouw om te zien of de prestaties daarmee verbeteren. |
Computers communiceren niet met het netwerk. |
Controleer of alle instellingen voor de eigenschappen van het draadloze netwerk juist zijn.
|
Ik kan geen verbinding maken met een draadloos netwerk. |
Radio is mogelijk uitgeschakeld. Zie Draadloze radio in- of uitschakelen voor meer informatie. |
Ik word door de software van Intel(R) PROSet/Wireless WiFi om een sleutel gevraagd als ik probeer een verbinding te maken met een draadloos netwerk. |
De beveiliging op het netwerk is uitgeschakeld. Zie Beveiliging - Overzicht voor meer informatie. |
Er worden geen WiFi-netwerken weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken. |
De computer bevindt zich buiten het bereik van het draadloze netwerk of er is geen WiFi-netwerk in het gebied. |
Hoe kan ik een zwervende identiteit configureren voor meerdere gebruikers? |
Zwervende identiteit configureren voor meerdere gebruikers:U kunt een profiel voor een verbinding vóór de aanmelding/gemeenschappelijk profiel gebruiken waarvoor de zwervende identiteit wordt gebaseerd op de aanmeldingsreferenties voor Windows. De maker van het profiel kan voor de zwervende identiteit de waarden %gebruikersnaam% en %domein% gebruiken. Bij het tot stand brengen van de verbinding worden deze trefwoorden vervangen door de juiste aanmeldingsinformatie. Dat betekent een maximale flexibiliteit in de configuratie van de zwervende identiteit, terwijl meerdere gebruikers het profiel kunnen gebruiken. Raadpleeg de handleiding bij de verificatieserver voor richtlijnen voor het samenstellen van een geschikte zwervende identiteit. Mogelijke indelingen zijn: %domein%\%gebruikersnaam% Als u het veld voor de zwervende identiteit leeg laat, wordt standaard %domein%\%gebruikersnaam% gebruikt. Opmerking: Referenties: Deze gebruikersnaam en het domein moeten overeenkomen met de gebruikersnaam die door de beheerder op de verificatieserver is ingesteld voorafgaand aan de clientverificatie. De gebruikersnaam is hoofdlettergevoelig. Deze naam specificeert de identiteit die aan de verificator is doorgegeven door het verificatieprotocol met de TLS-tunnel. Wanneer een gecodeerd kanaal is geverifieerd en tot stand is gebracht, wordt de identiteit van de gebruiker veilig overgedragen naar de server. |