Terug naar inhoud

Adapterinstellingen (Beheerder)


Via het scherm Adapterinstellingen kunt u de eigenschappen van de WiFi-adapter die is geïnstalleerd in uw computer, bepalen en weergeven. De WiFi-adapter kan één van de volgende adapters zijn:

U configureert als volgt adapterinstellingen:

  1. Klik in het Hulpprogramma voor beheerders op Adapterinstellingen opnemen in dit pakket.
  2. Voor elk van de hieronder genoemde instellingen selecteert u een van de volgende opties:

Beschrijving instellingen WiFi-adapter

Hieronder vindt u beschrijvingen van de instellingen van de WiFi-adapter.

Naam Omschrijving

802.11n-kanaalbreedte (2,4 GHz)

Stel de kanaalbreedte in voor de modus met hoge doorvoersnelheid om de prestaties te maximaliseren. Stel de kanaalbreedte in op Automatisch of 20 MHz. 20 MHz is de standaardinstelling. Gebruik 20 MHz als 802.11n-kanalen beperkt zijn.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als één van de volgende WiFi-adapters is geïnstalleerd:

  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5350
  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5150
  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100

802.11n-kanaalbreedte (5,2 GHz)

Stel de kanaalbreedte in voor de modus met hoge doorvoersnelheid om de prestaties te maximaliseren. Stel de kanaalbreedte in op Automatisch of 20 MHz. Automatisch is de standaardinstelling. Gebruik 20 MHz als 802.11n-kanalen beperkt zijn.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als één van de volgende WiFi-adapters is geïnstalleerd:

  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5350
  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5150
  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN

802.11n-modus

De 802.11n-standaard, met MIMO (multiple-input multiple-output), is een uitbreiding van de vorige 802.11-standaarden. De verbeterde doorvoer van gegevens met MIMO zorgt voor een snellere overdracht. Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld om de 802.11n-modus van de WiFi-adapter in te stellen. Ingeschakeld is de standaardinstelling.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als één van de volgende WiFi-adapters is geïnstalleerd:

  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5350
  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5150
  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN

Opmerking: Als u een overdrachtsnelheid van meer dan 54 Mbps wilt behalen op 802.11n-verbindingen, moet WPA2*-AES-beveiliging zijn geselecteerd. U kunt er ook voor kiezen om geen beveiliging (Geen) te selecteren, bijvoorbeeld als u netwerkinstellingen wilt configureren of problemen met het netwerk wilt oplossen.

Een beheerder kan ondersteuning voor de modus met hoge doorvoersnelheid inschakelen of uitschakelen om het energieverbruik, conflicten met andere banden of compatibiliteitsproblemen te beperken.

Ad-hockanaal

Tenzij de andere computers in het ad-hocnetwerk een ander kanaal gebruiken dan het standaardkanaal, hoeft u het kanaal niet te wijzigen.

Waarde: Selecteer een van de toegestane kanalen in de lijst.

  • 802.11b/g: Selecteer deze optie wanneer u 802.11b en 802.11g (2,4 GHz) wilt gebruiken als frequentie voor de ad-hocband. Voor deze band is het standaardkanaal 11.
  • 802.11a: Selecteer deze optie wanneer u 802.11a (5 GHz) wilt gebruiken als frequentie voor de ad-hocband. Voor deze band is het standaardkanaal 36.

Opmerking: Wanneer geen 802.11a-kanaal wordt weergegeven, wordt het initialiseren van ad-hocnetwerken niet ondersteund voor 802.11a-kanalen.

Energiebeheer ad-hocverbindingen

Hier kunt u energiebesparende voorzieningen voor ad-hocnetwerken instellen.

  • Uitgeschakeld: Selecteer deze optie wanneer u verbinding maakt met ad-hocnetwerken met daarin stations die energiebeheer niet ondersteunen.
  • Maximale energiebesparing: Selecteer deze optie om de batterij te sparen.
  • Omgeving met ruis: Selecteer deze optie voor optimale prestaties of wanneer u verbinding maakt met meerdere clients.

Opmerking: Deze voorziening wordt alleen met een beheerpakket geïnstalleerd als één van de volgende WiFi-adapters is geïnstalleerd in de computer van de gebruiker:

  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5350
  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5150
  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN
  • Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG

Ad-hoc QoS-modus

QoS-besturing (Quality of Service) in ad-hocnetwerken. QoS voorziet in prioritering van het verkeer vanuit het toegangspunt over een draadloos netwerk op basis van een classificatie van het verkeer. WMM* (Wi-Fi MultiMedia*) is de QoS-certificatie van de Wi-Fi Alliance* (WFA). Als WMM* ingeschakeld is, gebruikt de WiFi-adapter WMM voor de ondersteuning van prioriteitcodering en wachtrijmogelijkheden voor WiFi*-netwerken.

  • WMM ingeschakeld
  • WMM uitgeschakeld (standaard)

Opmerking: Deze voorziening wordt alleen met een beheerpakket geïnstalleerd als één van de volgende WiFi-adapters is geïnstalleerd in de computer van de gebruiker:

  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5350
  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5150
  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN
  • Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG

HD-modus

In een draadloze WiFi-omgeving met meerdere toegangspunten dicht bij elkaar zal deze voorziening de interferentie verminderen en de draadloze verbinding verbeteren. Standaard is deze optie uitgeschakeld.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als één van de volgende WiFi-adapters is geïnstalleerd:

  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5350
  • Intel(R) WiMAX/WiFi Link 5150
  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN

Beveiliging van gemengde modus

Deze modus kunt u gebruiken om botsingen te voorkomen in een omgeving waarin een combinatie van 802.11b, 802.11g, 802.11a en 802.11n wordt gebruikt. RTS/CTS (Request to Send/Clear to Send) moet worden gebruikt in een omgeving waarin clients mogelijk niet met elkaar kunnen communiceren. CTS-naar-zelf kan worden gebruikt om de doorvoer te verbeteren in omgevingen waarin clients dicht bij elkaar zijn geïnstalleerd en met elkaar kunnen communiceren. (CTS-naar-zelf wordt niet ondersteund voor 802.11n.)

Energiebeheer
(Weergave voor beheerders)

Wanneer u een beheerpakket maakt, kunt u bij Energiebeheer een balans selecteren tussen energieverbruik en prestaties van de WiFi-adapter.

PSP - Energiebesparende stand
CAM - Constant geactiveerde modus

Selecteer een van de niveaus voor de Energiebesparende modus:

PSP CAM: De clientadapter staat continu aan.
PSP Niveau 1: Maximaal energieverbruik.
PSP Niveau 2-4: Maximaal mogelijke energieverbruik.
PSP Niveau 5: Maximale levensduur batterij.
PSP Auto: De standaardinstelling is PSP Niveau 5.

Opmerking: Hoeveel energie wordt bespaard, is afhankelijk van de instellingen van het infrastructuurnetwerk.

Modus preambule

Hier kunt u de instelling van de lengte van de preambule wijzigen. Deze instelling is door het toegangspunt ontvangen bij de eerste verbinding. Gebruik altijd de automatische preambule voor optimale netwerkdoorvoer. Met Automatische preambule bij verzenden wordt de lengte van de preambule automatisch gedetecteerd. Gebruik een korte preambule als deze wordt ondersteund. Is dat niet het geval, dan gebruikt u een lange preambule bij verzenden.

Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar als de WiFi-adapter van de client een Intel(R) PRO/Wireless 2915ABG Netwerkverbinding of een Intel(R) PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding is.

Agressiviteit bij zwerven

Met deze instelling kunt u opgeven hoe agressief een draadloze client moet zwerven om de verbinding met een toegangspunt te verbeteren.

Klik op Standaardwaarde gebruiken om een balans te zoeken tussen niet zwerven en prestaties of selecteer een waarde in de keuzelijst.

Waarden:

0: Niet zwerven: De draadloze client zwerft niet. Alleen bij een zeer significante verslechtering van de verbinding gaat de client zwerven naar een ander toegangspunt.
1-3: Zwerven toegestaan
2: Standaardwaarde: Balans tussen niet zwerven en prestaties.
4: Maximale agressiviteit bij zwerven

Verbetering van doorvoer

Hier kunt u de waarde voor Packet Burst Control wijzigen.

  • Inschakelen: Hiermee wordt verbetering van de doorvoer ingeschakeld.
  • Uitgeschakeld: (standaardinstelling) De verbetering van de doorvoer is uitgeschakeld.

Verzendenergie

Als u de verzendenergie verlaagt, vermindert u de dekking van de WiFi-radio.

Standaardinstelling: Hoogste energie-instelling

Waarden:

Verzend Minimaal: Laagste: minimale dekking. Hiermee gebruikt de adapter het minimale energieniveau bij het verzenden. Met deze instelling kunt u het aantal dekkingsgebieden uitbreiden of een dekkingsgebied inperken. Verminder het dekkingsgebied in omgevingen met veel verkeer om de algehele transmissiekwaliteit te verbeteren en opstoppingen en interferentie met andere apparaten te voorkomen.
Verzend Niveau 1, Verzend Niveau 2, Verzend Niveau 3: Deze instellingen verschillen per land.
Verzend Maximaal: Hoogste: maximale dekking. Hiermee gebruikt de adapter het maximale energieniveau bij het verzenden. Selecteer deze optie voor maximale prestaties en een maximaal bereik in omgevingen met een beperkt aantal andere radioapparaten.

Als u Geen wijziging selecteert, wordt deze instelling niet gewijzigd op de computer van de gebruiker.

Opmerking: De beste resultaten worden bereikt wanneer het vermogen voor de transmissie wordt ingesteld op het laagste niveau waarbij de kwaliteit van de communicatie nog voldoende is. Daarmee wordt het voor het grootste aantal draadloze apparaten mogelijk om te functioneren in drukke omgevingen en vermindert de interferentie met andere apparaten waarmee deze radio het radiospectrum deelt.

Opmerking: Deze instelling wordt gebruikt binnen zowel infrastructuurnetwerken als ad-hocnetwerken.

Draadloze modus

Selecteer de modus die u wilt gebruiken voor de verbinding met een WiFi-netwerk:

  • Alleen 802.11a : De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11a-netwerken.
  • Alleen 802.11b : De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11b-netwerken.
  • Alleen 802.11g : De WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11g-netwerken.
  • 802.11a en 802.11g: De draadloze WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11a- en 802.11g-netwerken.
  • 802.11b en 802.11g: De draadloze WiFi-adapter kan alleen worden verbonden met 802.11b- en 802.11g-netwerken.
  • 802.11a, 802.11b en 802.11g: (Standaard) - Verbinding maken met draadloze netwerken die gebruikmaken van 802.11a, 802.11b of 802.11g.

Opmerking: Met deze optie voor de draadloze modus (modulatietypen) wordt bepaald welke ontdekte toegangspunten worden weergegeven in de lijst van WiFi-netwerken.


Terug naar boven

Terug naar inhoud

Voorwaarden voor het gebruik